Op 29 april jl. meldde het Noordhollands Dagblad dat de provincie Noord-Holland een onderzoek start naar de mogelijkheden en de kosten van een brug bij Ilpendam. Statenlid Grethe van Geffen heeft hier op 4 mei vragen over gesteld.
Immers, in menige commissie wordt gezegd tegen de statenleden dat er te weinig geld is voor de uitdagingen rond mobiliteit en dat er keuzes gemaakt dienen te worden. Toch wordt nu met voortvarendheid een potentieel nieuw project in gang gezet. Dat zal dus logischerwijs ten koste gaan van een ander project dat in de planning zit. Recent is bovendien al onderzoek gedaan naar een brug bij Ilpendam en toen is besloten die niet aan te leggen. Wat is dan de meerwaarde van dit nieuwe onderzoek, dat al snel weer een paar ton gaat kosten? Deze en andere verzoeken tot verheldering staan in de ingediende schriftelijke vragen. De beantwoording kwam binnen op 16 juni. Het Noord-Hollands Dagblad berichtte erover onder de kop ‘Brug bij Ilpendam mogelijk goedkoper dan gedacht‘. Er zijn zeker een aantal argumenten te bedenken om met deze brug aan de slag te gaan. Helaas staat de voortvarendheid waarmee dit gebeurt wel in schril contrast tot de aanpak van mobiliteitsprojecten boven het Noordzee-kanaal: denk aan de N9/Kogendijk en de N242 bij Alkmaar, de parallelweg bij Opperdoes en de broodnodige rotonde bij het WFO-terrein. Verder valt op dat de laatste vraag, over het tijdspad van de besluitvorming in relatie tot besluiten in de Staten, onduidelijk wordt beantwoord.